En toen was het geruisloos klaar

En dan is het, na precies 3 jaar, zomaar ineens voorbij, de pandemie, corona, Covid-19. Geruisloos, geen feest, geen hoera-stemming dat we niet meer in isolatie hoeven, dat we nergens meer mondkapjes hoeven te dragen, dat er misschien wel een einde komt aan de polarisatie door die verdomde eindeloze vaccinatie discussie.

3 jaar, wat is er veel gebeurd en wat zijn we het snel vergeten. De lacherige reactie op de eerste corona-besmettingen begin 2020, het afdoen met een ‘griepje’ en de hel die daarna uitbrak. Een vaccin was er nog niet, de politici waren in paniek en een groot gedeelte van de bevolking ook. We zagen beelden op tv van de clusteruitbraak in Wuhan en wat later in Noord-Italië en vonden het toch nog wel ‘ver van ons bed’. Wisten wij veel. Binnen no-time zaten we in hetzelfde schuitje, scholen gingen dicht, examens moesten worden uitgesteld, verpleeghuizen gingen op slot, mondkapjes en handgel werden aangerukt en grenzen gingen dicht. We mochten niet meer in groepen bij elkaar komen en uiteindelijk zaten we in een complete lockdown. Reizen, boodschappen doen en de tijd in eenzaamheid doorkomen werden fikse uitdagingen. En dat vond ik heftig.

Wessel had een paar vrienden waar hij mee omging in deze periode, ze gingen wandelen door de weilanden, terwijl ze eigenlijk met een biertje teveel op, op grote festivals zouden moeten staan. Ze hadden moeten genieten van vakanties, van feestjes, ze hadden zich moeten kunnen gedragen als jong volwassenen. Niets van dat alles. Naar mijn moeder gaan mocht niet en durfde ik in eerste instantie ook niet uit angst haar te besmetten, ze was te kwetsbaar. Mijn broer zat opgesloten op zijn kamer in de verpleegafdeling, contact was niet mogelijk. Hij zit tot de dag vandaag op zijn kamer, hij heeft zijn kamer nooit meer verlaten. Ik heb schijt gehad aan een aantal maatregelen. Ik ging tijdens de avondklok naar vrienden, sloop midden in de nacht langs de gevels naar huis want er liepen BOA’s over straat die je een boete gaven als ze je konden betrappen op illegaal buiten zijn. Ik reed over een compleet verlaten snelweg op vrijdagmiddag tóch naar mijn moeder met een zelf geprinte brief over noodzakelijke mantelzorg op de bijrijdersstoel.

We wandelden door Amsterdam, haalden een coffee-to-go en genoten van de lege en doodstille stad. Het was bijna apocalytisch, winkels, horecagelegenheden en zelfs de Wallen waren hermetisch op slot, maar de stilte was overweldigend. Ik kreeg tranen in mijn ogen bij het zien van de triagetenten die opgezet waren bij de VU en waar zieke mensen in de rij stonden, in afwachting van een eventuele opname. Het chronisch gebrek aan zorgpersoneel was verontrustend, reguliere zorg werd afgeschaald naar bijna het nulpunt en dus ook de zorg voor mams met haar reuma en astma.

En toen mochten we gaan testen en vaccineren. Hoeveel weerstand dit ook opwekte, ik had het gevoel dat er iets ‘gebeurde’. Dat we niet met zijn allen maar stom gingen zitten afwachten of het uit zichzelf zou verdwijnen, die k*t-Covid. Maar het leidde tot alleen maar meer gezeik. Er kwam een tweedeling tussen de mensen, welke keuze je ook maakte, er waren altijd mensen die je probeerden te overtuigen van hun gelijk. Mondkapjes-weigeraars, anti-vaccers, mensen die juist wél de vaccins promoten, ze kwamen lijnrecht tegenover elkaar te staan. De ‘schapen’ tegenover de ‘wappies’. Dat deed corona, mensen lieten elkaar niet meer in hun waarde, iedereen had wel ergens op internet een filmpje of interview gevonden van werkelijk de állerbeste viroloog of betweter dat precies in hun straatje paste. En ook die professionals stonden lijnrecht tegenover elkaar. De individuele meningen van mensen werden niet meer geaccepteerd en de één probeerde de ander ‘het licht’ te laten zien. De godganse dag kreeg je Tiktok-fimpjes door je strot geduwd, of dat nu de ‘makke schapen’ of de ‘wappies’ waren, ze waren allebei ‘zum kotzen’ met hun opruiende 3e-rangs interviewfilmpjes. Kansloos.

En toen kwam langzaam het normale leven stapje voor stapje weer op gang. Winkels mochten weer open, zij het met aangewezen looprichtingen, terrasjes mochten weer open, ook al zat je 3 meter van je gezelschap af, feestjes mochten weer als je een negatieve test kon overleggen, kinderen konden weer naar school. De universitaire studenten hebben het langste thuis moeten zitten, over pech-generatie gesproken. Ook zij hadden behoefte aan onderwijs en sociaal contact, de vergeten groep.

Ach, er zijn veel verkeerde beslissingen genomen. Ga er maar aan staan als politicus of ziekenhuisdirecteur. Ja er zijn veel mensen de dupe geworden van foute besluiten, bedrijven hadden niet failliet hoeven gaan, mijn broer had nog kunnen schilderen of met mij een wandeling kunnen maken. Ja, er zijn ook veel mensen overleden aan Covid-19 en ja, het was heftiger dan een normale griep. Het was heftiger voor iedereen, maar het is officeel voorbij, de pandemie. Ik denk eraan terug en besef me wat dit gekost en opgeleverd heeft en hoeveel je eigenlijk vergeet. Ik wil niet meer terug naar deze eenzaamheid, naar de angst anderen ziek te maken. Ik koester de diepe vriendschappen die er waren, de online spelletjes doen met elkaar, de borrels via internet en de zorg voor elkaar.

Dus lieverds, laten we er samen weer een mooie wereld van maken. Laten we respect hebben voor elkaars mening, laten we de mensen niet vergeten die door deze pandemie hun weg of het leven zijn kwijtgeraakt. Maar vooral, laten we feesten dat we deze 3 jaar achter ons kunnen laten. Het is goddomme tijd voor champagne!!

Verblind

Ik liep laatst de priklokatie van AFAS Live binnen om mijn vaccinatie te halen en wat schalde er uit de speakers? Idiote vraag want jullie hebben natuurlijk geen flauw benul. Blinding Lights van The Weeknd. En daar zit een stukje uitleg aan vast, want een aantal van jullie denken vast, kan mij het schelen wat er op je radio voorbij komt. Ik ga het uitleggen waarom het me opviel.

2020, terwijl ik het nieuws zat te lezen over de allereerste lockdown kwam tegelijkertijd Blinding Lights voorbij. En ik heb iets met nummers die op memorabele momenten voorbij komen. Die blijven plakken in mijn hippocampus. Kort daarna hoorde ik het zachtjes op de achtergrond bij de VU, waar ze, in een overigens verder compleet verlaten Amsterdam, triagetenten aan het opbouwen waren. Een paar weken later stuurde mijn zoon me een dansfilmpje dat ze uit pure verveling met 4 vrienden na een biertje of wat hadden opgenomen van… juist, Blinding Lights. Overigens maar goed dat het niet viraal is gegaan want dat zou nog járen tegen ze gebruikt gaan worden. Ja, ook door mij. Dus toen ik die dag AFAS binnen wandelde om me met één of ander Pfizer-goedje te laten injecteren en dat nummer kwam weer op juist dát moment voorbij, ik kan het niet meer los zien van elkaar. Corona en Blinding Lights zijn voor eeuwig in mijn bovenkamer aan elkaar verbonden.

Ik kreeg de kriebels toen ik de muziektempel binnen liep. De dopamine schoot als een raket omhoog en ik wilde eigenlijk linea recta naar de dansvloer, maar de gefrustreerde dwerg van de beveiliging vond dat ik toch de rode stippen op de vloer moest volgen. De party-pooper. Het rook er nog steeds naar bier en de muntenautomaat leek ineens het walhalla van AFAS. Met de haviksogen van de kabouter in mijn rug ben ik maar dociel de rode stippen gaan volgen. Volkomen idioot, want er was geen hond te bekennen terwijl ik me in alle eenzaamheid door de verlaten lint-paadjes voortbewoog. Het nut van dit stippenpaadje was ver te zoeken maar goed, toch weer even 150 stappen extra gezet. 3 controleposten en een schattig meisje verder zat ik op de witte stoel, met een pleistertje op mijn arm. Naast mij zaten mensen op rode stoeltjes, die dreigden onderuit te gaan of het gewoon tof vonden om een extra kwartier in de AFAS te hangen. Ze werden nauwlettend in de gaten gehouden door de ambitieuze EHBO medewerkers en o wee als er eentje probeerde op te staan. Ik was er na 10 minuten klaar mee en recalcitrant als ik kan zijn vond ik het lang zat. Adios AFAS!

Toen ik mijn ervaring op Facebook postte werd ik gelijk door een aantal mensen ontvriend, ze vonden me een mak schaap dat achter het RIVM aanholde. Bèèèèh, that’s me! Blinded by the lights! Tot zover de tolerantie en vrije meningsuiting.

Ik was vorige week weer bij mijn vertrouwde Woodstock en ik was zaterdag met mijn lief op een superleuk feest waar, dankzij de vaccinatie, uitbundig met elkaar geknuffeld en gedanst werd. O man, wat hebben we dat gemist. En als ik straks met Niels op Ibiza ben kan idereen die erom vraagt een klapzoen krijgen. Flats volgende week deel 2 van die Pfizer-substantie er maar in hoor. Ik volg de rode stippen wel. Bèèèèh..

En nu? In Nederland is Covid tot zover onder controle. Vanmorgen liep ik voor de laatste keer met dat gore mondkapje in razend tempo langs de snackrij bij de AH. In een soort van Conchita Wurst-imitatie dwaalde ik rond, want het mondkapje hing wederom ergens halverwege mijn kin te bungelen. Natuurlijk was alwéér dat klote elastiekje losgeschoten. Gelukkig ben ik niet de enige die met regelmaat een losse lichtblauwe flodder onder zijn kin heeft hangen.

Ik heb, om deze vrijheid te vieren, uiteindelijk tóch mijn hippie-busje laten vereeuwigen. Ooit komt er een echte, ik weet het zeker. Als we die merkwaardige tijd van lockdowns, eenzaamheid en afstand niet meer als het ‘nieuwe normaal’ zien. Als we hem zien als een tijd waarin we veel geleerd hebben van en met elkaar en eindelijk snappen hoe belangrijk liefde en zorg voor elkaar is.

En morgen? Morgen ga ik Blinding Lights snoeihard even opzetten en Niels en mijn mondkapjes ritueel in de hens steken. Met heel veel spiritus. Joe.

Een dikke ‘adios’ 2020!

Tijd voor mijn eindejaarsblog en ik heb geen idee waar ik moet beginnen. Het wordt vast een wat langere dan normaal. En als ik deze over pak-em-beet 15 jaar terug ga lezen denk ik dat dit zomaar één van de meest bizarre eindejaarsblogs zou kunnen zijn. Het was ook een absurd jaar.

Hij ziet er zo schattig uit, de ‘bastard’

Corona deed zijn mondiale intrede. De wereldwijde lockdown volgde en onze aardkloot werd volledig op zijn kop heeft gezet. En daar staat hij nog steeds als je het mij vraagt, compleet ondersteboven. Wat een weerslag heeft dat, op het eerste oog schattige, minuscule bolletje met zijn kleine spikejes op onze samenleving. Ik zag de voordelen. Wat was de lucht helder, wat was Amsterdam mooi in zijn volledige stilte, wat was de altruïstische hulp die aangeboden werd bijzonder. Het besef van de verwoestende impact ervan kwam voor mij pas toen ik met mijn toenmalige liefje de opbouw van de triagetenten zag bij het VU ziekenhuis, in een verder roerloze en verlaten stad. Een surrealistisch en onuitwisbaar beeld. En waar in eerste instantie de angst overheerste voor dit klote-virus zag ik gaandeweg ook dat de verdeeldheid steeds groter werd. Er volgden zoveel anti-5G’ers die ook ineens álles wisten over virussen, die de ene complottheorie na de andere over me heen kotsten. Ik ben er helemaal klaar mee. Ik zeg, ga lekker op een 5G-vrij eiland zitten met je aluminium hoedje op je knar in je moestuin met vergeten groenten maar probeer me niet te overtuigen. Kansloze missie. Ik hou van mijn 5G-abonnement en flats dat vaccin maar in mijn lijf. Ik neem hem wel voor jullie want ik wil weer leven. Punt.

Mijn kind is nog steeds de liefste en mooiste vent die ik ken en ik denk ook niet dat dat ooit gaat veranderen. Ik mis hem in huis, maar wat is hij gelukkig in Amsterdam. Na al die jaren blijkt hij een vette 10 te scoren op ADD/ADHD. Waarom hebben wij nooit iets gezien? Misschien omdat hij zoveel op Rik en mij lijkt en wij zijn toch ook wel redelijk bedrijvig zo nu en dan. Verder zeg ik niks :). Maar wat fijn dat hij zelf tijdens zijn Psychologie-studie wél dat inzicht kreeg en wat gaat het goed met mijn vent. De studie gaat gesmeerd en ik kan niet in woorden omschrijven hoe fucking trots ik ben dat hij, ondanks de inspanning die hij heeft moeten leveren, gegroeid is naar een volwassen en nog steeds ontzettend prachtig mens. Damn wat hou ik van die gast.

Mijn lieve grote broer. Wat is hij door Covid de weg kwijt geraakt. Het gebrek aan structuur konden zijn hersenen niet aan, zijn enige veilige plek was het bed in de hoek van zijn kamer. Daar brengt hij nu al 5 maanden zijn tijd door, met zo min mogelijk prikkels want dat kan hij niet meer verwerken. Zelfs eten is een te grote opgave en dat wordt beperkt tot het minimale om in leven te blijven. Hartverscheurend om te zien wat corona kapot maakt. Zelfs nu er eigenlijk geen communicatie meer mogelijk is blijft hij mijn grote lieverd.

Precisiewerkje 🙂

Mijn kleine grote mama. Zo ontzettend trots op hoe ze dit jaar is doorgekomen. Haar gezondheid laat te wensen over maar jeetje wat blijft ze optimistisch. Ik weet dat de eenzaamheid haar af en toe behoorlijk parten speelt maar ze zeurt er niet over maar probeert zoveel als kan te genieten van de kleine dingen. Uren zit ze aan haar eettafel mini-steentjes op een plakkerige ondergrond te plakken, ze heeft er inmiddels al tientallen af en ze heeft geen idee wat ze ermee moet. Waarschijnlijk krijgt iedereen in 2021 een diamond painting voor de verjaardag. Jeeeey! Maar ik vind het zo knap hoe ze het grotendeels in haar uppie doet in deze tijd. Mijn power-wijffie van anderhalve meter hoog.

Liefdes, ook die waren er, wel twee! Damn ik heb mezelf overtroffen dit jaar. Bij mijn laatste liefde had ik écht het gevoel dat dit was waar we beiden naar verlangden. In sneltreinvaart hebben we elkaar leren kennen, zijn we samen het diepe ingesprongen. Maar het heeft geen stand gehouden. Hij was op zoek naar een doel in zijn leven en dat kon ik hem niet geven. De enige die dat kon doen was hij zelf. Hij zag niet wat ik wél gaf, en dat was mijn alles. Het was niet genoeg. Ik hoop dat hij het geluk in zichzelf gaat vinden. Ik heb het na de breuk terug gevonden in mezelf en ben een rijker mens geworden.

Mijn vrienden, lieve, lieve schatten, wat hou ik van jullie. Wat hebben we veel gelachen en soms ook gehuild samen. Het weekje Berlijn in de warmste maand van jaar was memorabel. 38 graden, in een goudkleurige Panda zonder airco, muziek hard, ramen open, het voelde als een stel hippies op weg naar nieuwe avonturen. Wat een mooie week was het. De fantastische avondjes waarop we even buiten de lijntjes mochten kleuren waren van een enorm hoogstaand niveau. De gesprekken ook… Wat een fijne momenten en wat zijn de vriendschappen hechter geworden. Heel bijzonder en zonder Corona was dit gegarandeerd anders geweest. Het weekje Frankrijk, het helpen opknappen van een oude verhuistruck, de prachtige avond met mooie mensen die ik niet kende, de geweldige gesprekken, ik koester ze in gedachten. Dat we ondanks corona toch zo’n heerlijke zomer met de nodige strandavonden hebben gehad, de etentjes samen met mijn goede vriend (die overigens nog steeds pretendeert in Muiderberg-Noord te wonen in plaats van in Almere..), de dansavonden, de avondjes in de tuin samen met mijn vrienden rond de vuurkorf en teveel wijn (niks nieuws overigens). Wat ben ik blij dat ik zoveel verschrikkelijk fijne mensen om me heen heb, zeker in dit lastige jaar.

Vrienden.. x

En vandaag, kreeg ik op de valreep van dit memorabele jaar nog even de boodschap dat één van mijn beste vrienden acute leukemie heeft. Het ziet er niet best uit. Ik heb veel mooie momenten gehad dit jaar, maar 2020 mag van mij ondanks alles, keihard het riool in.

Ik zeg, op naar een nieuw jaar, een jaar van hoop, veel liefde en een terugkeer naar een normale wereld waarin we elkaar weer gewoon een kus kunnen geven. De champagne gaat sowieso open en waarschijnlijk wel meer dan 1 flesje. Let the bubbles flow lieverds, hou hoop en moed.

Dikke (virtuele) kus van mij. X

Stylish verantwoord in de teststraat

Zit lekker joh, zo’n spartaanse schoolstoel maar het is zo lekker vintage he?

En daar zit ik dan weer, aan mijn eettafel met de laptop voor mijn neus op mijn o zo leuke maar kneiterharde vintage schoolstoelen. Een volgende poging om de volgende semi-lockdown te overbruggen met koffie, zoom-calls en Spotify. Wat een bruisende wereld waar we in leven sinds maart.. Het enge eraan is, het begint te wennen. Alleen zijn en weinig contact met de buitenwereld, het wordt zonder dat we het willen echt bijna normaal. Ja, zorgen zijn er. Wat doet deze afstomping met mijn kind, die zich zo verheugd had op het bruisende studentenleven maar vooral veel tijd doorbrengt op zijn studentenkamer? Wat doet dit met mijn 83-jarige moeder die alleen 200 km verderop in haar grote huis probeert de tijd te doden? Wat doet dit met mijn zwaar gehandicapte broer die de weg is kwijtgeraakt na de eerste lockdown en inmiddels zijn dagen zwaar depressief in een bed doorbrengt? Wat doet het met de lieverds om me heen die vaak alleen in een stil huis de dagen doorbrengen en eigenlijk best wel behoefte hebben aan een beetje aandacht, gezelschap en aanrakingen?

Maar ik maak er het beste van. Ik probeer, zoals de baas voorschrijft, regelmatig even buiten te wandelen, verantwoord te eten en betrap mezelf erop dat het inmiddels een gewoonte is geworden om mijn mondkapje in mijn zak te stoppen. Of het helpt doet er niet toe, ik voel geen behoefte om recalcitrant te doen of anderen een onveilig gevoel te geven. En tenslotte is het maar een kleine aanpassing in dit grote geheel.

Maar ondanks alle maatregelen was het daar verleden week ineens: een snotneus, hoesten, niet fit en aangezien ik naar mijn broer in de verpleeginstelling zou gaan had ik besloten het zekere voor het onzekere te nemen. Ik heb braaf de richtlijnen gevolgd en heb een Coronoatest laten afnemen. Dat leek me sowieso al een prettiger idee dan mijn kont 10 dagen op de keiharde schoolstoel te moeten installeren.

Ik dacht dat ik naar zo’n drive through teststraat ging, dus de aftandse hardloopbroek met bijpassende Uggs kon prima, vond ik. Niemand die zou zien dat de bovenkant nog wel acceptabel was (voor de nodige Zoom-calls hè?) maar de onderkant meer weg had van een sloeber. Met mijn witte bontkrulletjes jas erover zag ik eruit als de doorsnee thuiswerker denk ik, maar dat zie je godzijdank niet in de auto. En natuurlijk had ik het helemaal verkeerd ingeschat..

Bij de testlocatie bleek dat ik mijn auto moest parkeren en lopend het hele fucking parcours moest afleggen. Het had geregend, ik stapte met mijn Uggs in een enorme modderpoel, dus het plaatje van snotterende dakloze was alleszins afgerond. Halleluja! Daar stond ik buiten in de regen in een rij met hoestende wachtenden te proberen vooral niet de aandacht te vestigen op mijn gracieuze onderkant. Dat is mislukt.

De test zelf stelde geen ene moer voor, dus de horrorverhalen omtrent het testen kunnen wat mij betreft onder tafel geveegd worden. Ik vond het meisje die geneeskunde studeerde en de test afnam een schatje. Ze taxeerde niet eens misprijzend mijn smashing outfit en verontschuldigde zich bij voorbaat al voor wat ze met de dreigend uitziende wattenstaafjes van plan was. Ze stak even een roerstokje in mijn giechel en nog eentje in mijn neus en voor ik het wist stond ik weer buiten met in mijn handen de Grote Coronahandleiding. Oké, het stokje in de neus raakte nog nét niet de frontaalkwab, maar dat was dan ook het enigste. Peanuts.

Thuis ben ik nog wel een tijdje bezig geweest met het schrobben en ontsmetten van de Uggs en de auto. Ik heb mezelf voorgenomen dat ik volgende keer, mocht het nodig zijn, mijn rubberlaarzen aantrek met gezellige hippierok. In Amsterdam kan tenslotte alles.

Ze zijn weer schoon!

De test was negatief trouwens dus julie kunnen gewoon bij mij langskomen voor een anderhalve meter wijntje. Hou hoop lieverds en proberen jullie er ook het beste van te maken? De zon gaat uiteindelijk vanzelf weer schijnen.

Life blog, wtf?

Mijn life blog, ehm.. de definitie van life is leven toch? O ja, dat is waar ook, daar ben ik mee bezig! Leven in een heel klein wereldje, dat dan weer wel, maar eigenlijk ben ik best gelukkig in mijn weiland. Maar het feit dat mijn zoon gisteren aan me vroeg of ik altijd tegen mezelf praat als ik werk, dat was toch even een klap in mijn smoel. Maar hij heeft gelijk.

Thuiswerken heeft zijn voordelen, maar ik ben dat spuuglelijke computerscherm op mijn eettafel zat en als ik koffie ga zetten vraag ik hardop aan mezelf hoe ik hem vandaag weer eens wil. Het antwoord is elke dag weer een desillusie, want een scheut rum en een klodder slagroom gaat hem niet worden om 10.00 uur ’s morgens en de latte gefabriceerd uit zelfgemaalde koffiebonen ook al niet. In plaats van naar de postkamer loop ik 2x per dag naar de wasmachine op zolder om te kijken of er misschien in de tijd dat ik met mijn hol op mijn keiharde hippe vintage schoolstoel zat, wat vuile was bijgekomen is. Of ik loop de tuin in om te kijken of zich al onkruid tussen de steentjes heeft gewurmd. Een uitje naar de wasmachine of een verdwaald grassprietje, hoe kansloos wil je het hebben. De discipline opbrengen om de hele dag achter mijn laptop te kruipen gaat me redelijk goed af want er ligt genoeg werk, maar met dat thuiswerken en het zonnetje in mijn tuin denk ik om 2 uur al aan het strand. En dan duurt het lang tot 5 uur kan ik je verzekeren.

Maar O wat ben ik blij dat we weer een beetje ‘los’ mogen. Jullie hadden het vast al vermoed, en inderdaad, ik was één van die mensen die 1 juni om klokslag 12 uur haar derrière nestelde op een terrasstoel en een wijntje bestelde, ook al zat de 3 nog lang niet in de klok. Fuck it, het voelde als een feestje.

Inmiddels hebben er ook al een aantal stranddagen de revue gepasseerd. O man, wat een happy moments: weer aan zee te kunnen zijn, zwemmen tussen de kwallen, zand tussen de bilnaad en plakkerig en rozig aan de bitterballen en biertjes bij de strandtent. Ik word er toch zo ontzettend gelukkig van.

Afgelopen week was ik 2 dagen aan zee in Castricum met een vriendin, 32 graden, een koele zee en een briesje. Wat wil een mens nog meer? Oké, iets minder wind was fijn geweest, want de goedkope parasolletjes klapten om de haverklap dubbel in een soort verwaaide palmboom met windkracht 9, maar dat deed niets af aan de gelukzaligheid van een stranddag. En eerlijk is eerlijk, halfnaakte mensen die over het strand achter hun weggewaaide pluutje aan rennen levert de nodige hilariteit op. Het opvouwen van de Decathlon-tentjes die in één vloeiende beweging ingeklapt moeten kunnen worden ook trouwens. Maar de mooiste momenten zijn die na 5 uur. Op een terras gaan hangen, degusteren en borrelen, voetjes in het zand en de gouden ploert zien ondergaan, dat is een heerlijkheid waar maar weinig tegenop kan.

En toch, ik vind het niet altijd gemakkelijk. Met een broertje in een verpleeginstelling die al maanden volledig van slag is, omdat hij ervan overtuigd is dat mijn moeder dood is. Of ik. Of we op zijn minst ernstig beroerd zijn met vreselijke koortsstuipen en andere enge ziekteverschijnselen. Gelukkig mogen we weer op bezoek in plaats van buiten achter een hek iets naar elkaar te moeten schreeuwen. De meegenomen chocolade hoeft inmiddels ook niet meer over het hek gemieterd te worden alsof je een aap voert in de dierentuin. Maar het kwaad is eigenlijk al geschied, hij is de weg kwijt geraakt in deze hele Corona-shit en het komt niet terug. Maar het is wat het is.

En nu ga ik weer even verder thuiswerken lieverds. De lunchpauze zit er weer op, de volgende call staat op de stoep en ik moet mijn koptelefoon ergens in deze chaos gaan zoeken. En ik ga even bedenken welke koffie ik erbij wil. Zou zomaar een simpele Nespresso kunnen zijn, die zit tenminste gegarandeerd in het assortiment..

De Corona-toer van Ruk & Pluk

Oké, ik zal eerst maar even uitleggen wie Ruk en Pluk zijn, ik denk dat dat zinvol is, Ruk & Pluk klinkt namelijk best ranzig. Ruk is mijn partner in crime Mike, die ooit in Maastricht tegen een kroegbaas uitvoerig oreerde over café Ruk & Pluk in Amsterdam. Op de tafel die we voor later die avond gereserveerd hadden voor een asperge-climax prijkte een reserveringbordje met de tekst: Familie Ruk en Pluk. Ziedaar, het komisch duo Ruk en Pluk was geboren.

Verleden week ging ik met Ruk weer eens een dag door Amsterdam slenteren, zoals we dat af en toe doen als we bij willen ouwehoeren en we toe zijn aan een middag verschrikkelijk veel schaterlachen. Want dat kunnen wij als geen ander, dezelfde humor en enige gêne is in geen velden of wegen te bekennen. En ik kan jullie verzekeren, een wandeling door de stad tijdens deze Corona-crisis is een verademing! Dus snel nog even doen voor de boel open gaat!

undefinedWe begonnen onze excursie in de Spuistraat, waar ik Mister Guide ontmoette die net zijn woeste Corona-lokken had verruild voor een keurig geknipte krullencoupe. De mazzelkont had al een afspraak staan, anders was het natuurlijk niet om aan te zien geweest. Daarnaast had ik ook nog een zelf in elkaar geflanst mondkapje van een oud Hans Ubbink overhemd meegenomen dus Ruk was extra dartel. Op de eerste de beste hoek bestelden we een coffee-to-go en op een bijna uitgestorven Dam kregen we het lumineuze idee om toch maar even langs de Bijenkorf te gaan. Die coffee-to-go blijft tenslotte niet eeuwig ergens hangen. Dat leek ons een beter idee dan de broek laten zakken in één of ander steegje. Helaas, ‘plee gesloten’ stond er op het bordje voor de draaideur dus dat werd nog een uitdaging voor de blaas en de sluitspieren. Maar dat kunnen wij. Niet aan denken, niet te hard lachen en stoïcijns door naar De Wallen.

De Wallen zijn omgetoverd van sex, druks en rock&roll walhalla naar een bijna apocalyptisch tafereel, maar wat een genot om hier te lopen, niet te struikelen over naar bier stinkende Engelsen, wietdampen die verruild waren voor de geur van verbouwingen. De sexclubs die aan een grondige renovatie bezig waren, de rode lampen die brandden maar op de aftandse bureaustoelen voor de ramen zat niemand. Een verdwaalde man zocht kansloos nog naar een open gordijntje.

Op de Nieuwmarkt kochten we bij een warme bakker een overheerlijk broodje en terwijl we op een betonnen bankje ons broodje zaten te verorberen genoten we van deze bijna lege stad. Bij het weggaan kreeg ik een glimlach toegeworpen van een Amsterdammer die op zijn fiets voorbij stoof. Mijn dag kon niet meer stuk.

Vlakbij de Hortus stonden we stil voor een brugwachtershuisje die blijkbaar door de hele stad te huur zijn. Wat een uitvinding, we hebben gelijk afgesproken dat we dat een keer gaan exploreren en heel decadent op het miniscule terrasje aan de droge wijn gaan. Hopelijk zit daar wél een toilet in..

Vlakbij Artis werd het tijd voor een ijsje en terwijl we tegenover de ingang van de dierentuin ons bakje ijs stonden weg te scheppen bleek Ruk last te hebben van hielspoor. Lekker op tijd gemeld, na 3 uur wandelen… En het Centraal Station was nog niet in zicht. Maar Ruk zeurt niet en slenterde gemoedelijk op zijn nette leren patta’s mee over het Entrepotdok. Het idee dat ik er ooit bijna gewoond had maar het afgeslagen heb, man, man, ik ben een kei in slechte keuzes.

Voor het eerst zag ik dat er een enorm terras boven op het NEMO-museum is. Een paar toeristen stonden selfies te maken voor de gesloten poort. De desillusie is vast te zien op de foto’s. Nog even en het terras is weer open en de gringo’s gaan weer toestromen. Nog heel even genieten van de schoonheid van Amsterdam voor de hel weer los barst.

In een onverwachts volle trein zit ik, net als zoveel anderen met een mondkapje op te knijpen, want de koffie begint nu toch wel redelijk zijn dieptepunt te bereiken. Ik had het niet willen missen. Amsterdam, wat ben je betoverend tijdens Corona.