En dan is het, na precies 3 jaar, zomaar ineens voorbij, de pandemie, corona, Covid-19. Geruisloos, geen feest, geen hoera-stemming dat we niet meer in isolatie hoeven, dat we nergens meer mondkapjes hoeven te dragen, dat er misschien wel een einde komt aan de polarisatie door die verdomde eindeloze vaccinatie discussie.
3 jaar, wat is er veel gebeurd en wat zijn we het snel vergeten. De lacherige reactie op de eerste corona-besmettingen begin 2020, het afdoen met een ‘griepje’ en de hel die daarna uitbrak. Een vaccin was er nog niet, de politici waren in paniek en een groot gedeelte van de bevolking ook. We zagen beelden op tv van de clusteruitbraak in Wuhan en wat later in Noord-Italië en vonden het toch nog wel ‘ver van ons bed’. Wisten wij veel. Binnen no-time zaten we in hetzelfde schuitje, scholen gingen dicht, examens moesten worden uitgesteld, verpleeghuizen gingen op slot, mondkapjes en handgel werden aangerukt en grenzen gingen dicht. We mochten niet meer in groepen bij elkaar komen en uiteindelijk zaten we in een complete lockdown. Reizen, boodschappen doen en de tijd in eenzaamheid doorkomen werden fikse uitdagingen. En dat vond ik heftig.
Wessel had een paar vrienden waar hij mee omging in deze periode, ze gingen wandelen door de weilanden, terwijl ze eigenlijk met een biertje teveel op, op grote festivals zouden moeten staan. Ze hadden moeten genieten van vakanties, van feestjes, ze hadden zich moeten kunnen gedragen als jong volwassenen. Niets van dat alles. Naar mijn moeder gaan mocht niet en durfde ik in eerste instantie ook niet uit angst haar te besmetten, ze was te kwetsbaar. Mijn broer zat opgesloten op zijn kamer in de verpleegafdeling, contact was niet mogelijk. Hij zit tot de dag vandaag op zijn kamer, hij heeft zijn kamer nooit meer verlaten. Ik heb schijt gehad aan een aantal maatregelen. Ik ging tijdens de avondklok naar vrienden, sloop midden in de nacht langs de gevels naar huis want er liepen BOA’s over straat die je een boete gaven als ze je konden betrappen op illegaal buiten zijn. Ik reed over een compleet verlaten snelweg op vrijdagmiddag tóch naar mijn moeder met een zelf geprinte brief over noodzakelijke mantelzorg op de bijrijdersstoel.
We wandelden door Amsterdam, haalden een coffee-to-go en genoten van de lege en doodstille stad. Het was bijna apocalytisch, winkels, horecagelegenheden en zelfs de Wallen waren hermetisch op slot, maar de stilte was overweldigend. Ik kreeg tranen in mijn ogen bij het zien van de triagetenten die opgezet waren bij de VU en waar zieke mensen in de rij stonden, in afwachting van een eventuele opname. Het chronisch gebrek aan zorgpersoneel was verontrustend, reguliere zorg werd afgeschaald naar bijna het nulpunt en dus ook de zorg voor mams met haar reuma en astma.
En toen mochten we gaan testen en vaccineren. Hoeveel weerstand dit ook opwekte, ik had het gevoel dat er iets ‘gebeurde’. Dat we niet met zijn allen maar stom gingen zitten afwachten of het uit zichzelf zou verdwijnen, die k*t-Covid. Maar het leidde tot alleen maar meer gezeik. Er kwam een tweedeling tussen de mensen, welke keuze je ook maakte, er waren altijd mensen die je probeerden te overtuigen van hun gelijk. Mondkapjes-weigeraars, anti-vaccers, mensen die juist wél de vaccins promoten, ze kwamen lijnrecht tegenover elkaar te staan. De ‘schapen’ tegenover de ‘wappies’. Dat deed corona, mensen lieten elkaar niet meer in hun waarde, iedereen had wel ergens op internet een filmpje of interview gevonden van werkelijk de állerbeste viroloog of betweter dat precies in hun straatje paste. En ook die professionals stonden lijnrecht tegenover elkaar. De individuele meningen van mensen werden niet meer geaccepteerd en de één probeerde de ander ‘het licht’ te laten zien. De godganse dag kreeg je Tiktok-fimpjes door je strot geduwd, of dat nu de ‘makke schapen’ of de ‘wappies’ waren, ze waren allebei ‘zum kotzen’ met hun opruiende 3e-rangs interviewfilmpjes. Kansloos.
En toen kwam langzaam het normale leven stapje voor stapje weer op gang. Winkels mochten weer open, zij het met aangewezen looprichtingen, terrasjes mochten weer open, ook al zat je 3 meter van je gezelschap af, feestjes mochten weer als je een negatieve test kon overleggen, kinderen konden weer naar school. De universitaire studenten hebben het langste thuis moeten zitten, over pech-generatie gesproken. Ook zij hadden behoefte aan onderwijs en sociaal contact, de vergeten groep.
Ach, er zijn veel verkeerde beslissingen genomen. Ga er maar aan staan als politicus of ziekenhuisdirecteur. Ja er zijn veel mensen de dupe geworden van foute besluiten, bedrijven hadden niet failliet hoeven gaan, mijn broer had nog kunnen schilderen of met mij een wandeling kunnen maken. Ja, er zijn ook veel mensen overleden aan Covid-19 en ja, het was heftiger dan een normale griep. Het was heftiger voor iedereen, maar het is officeel voorbij, de pandemie. Ik denk eraan terug en besef me wat dit gekost en opgeleverd heeft en hoeveel je eigenlijk vergeet. Ik wil niet meer terug naar deze eenzaamheid, naar de angst anderen ziek te maken. Ik koester de diepe vriendschappen die er waren, de online spelletjes doen met elkaar, de borrels via internet en de zorg voor elkaar.
Dus lieverds, laten we er samen weer een mooie wereld van maken. Laten we respect hebben voor elkaars mening, laten we de mensen niet vergeten die door deze pandemie hun weg of het leven zijn kwijtgeraakt. Maar vooral, laten we feesten dat we deze 3 jaar achter ons kunnen laten. Het is goddomme tijd voor champagne!!